Via een tweetrapsmaking (ook wel fideï-commis genoemd) kan een erflater meer dan één keer over zijn nalatenschap beschikken en hiermee ‘over zijn graf heen regeren’. Zo kan vermogen binnen de familie blijven en een fiscaal voordeel worden behaald. In deze blog staan enkele mogelijkheden van de tweetrapsmaking centraal, maar een tweetrapsschenking is uiteraard ook mogelijk.

Civielrechtelijke aandachtspunten bij een tweetrapsmaking

Via een tweetrapsmaking beschikt de erflater (insteller) twee keer over zijn nalatenschap. Eerst benoemt hij een erfgenaam onder een ontbindende voorwaarde (de bezwaarde) en vervolgens een erfgenaam onder een daarbij aansluitende opschortende voorwaarde (de verwachter). Het is ook mogelijk één of meer opvolgend verwachters aan te wijzen, die pas in beeld komen als de oorspronkelijke verwachter is vooroverleden.

Het recht van de bezwaarde eindigt bij zijn overlijden. Het resterende voorwaardelijk vermogen gaat dan over op de verwachter. De verwachter erft niet van de bezwaarde, maar van de insteller. Niet onbelangrijk is dat de insteller de bezwaarde de mogelijkheid kan geven om zelf bij testament over het voorwaardelijk vermogen te beschikken, de zogenoemde: ‘boerenplaatsje-clausule’.

Zoals zo vaak is ook voor de beoogde uitwerking van de tweetrapsmaking een zorgvuldige administratie noodzakelijk. Zeker omdat de bezwaarde normaal gesproken vrij over het voorwaardelijk vermogen mag beschikken en hierop mag interen. Daarnaast is het belangrijk dat de tweetrapsmaking goed aansluit bij de uitsluitingsclausule in het testament van de insteller. Helaas wordt dit niet altijd voldoende onderkend.

De tweetrapsmaking en de heffing van erfbelasting

Zowel de overgang van de insteller naar de bezwaarde als de overgang van de insteller naar de verwachter vormt voor de Successiewet een belastbaar feit. Er vindt dus een dubbele heffing van erfbelasting plaats, zonder dat bij de bezwaarde rekening wordt gehouden met een waarde drukkend effect. Hierin verschilt de tweetrapsmaking van een vruchtgebruik.

Bescherming van familievermogen

Soms wil de insteller dat het zorgvuldig opgebouwde vermogen zoveel mogelijk binnen de familie blijft. De partner van het kind dient dan buitenspel te worden gezet. Dit kan door het kind als bezwaarde te benoemen en het kleinkind als verwachter. Ter voorkoming van het grootouder-kleinkindtarief (18%-36%) krijgt de bezwaarde de mogelijkheid het resterende voorwaardelijk vermogen zelf na te laten aan zijn kinderen (tarief 10%-20%).

Bij een vermogen van € 2.000.000, 1 kind en 1 kleinkind is het verschil al aanzienlijk.

Met boerenplaatsjeZonder boerenplaatsje
Erfbelasting bezwaarde (over € 2.000.000)385.000385.000
Erfbelasting verwachter (over € 1.615.000)305.000550.000
Erfbelasting totaal690.000935.000

In deze situatie is het noodzakelijk dat de insteller een ‘harde’ uitsluitingsclausule in zijn testament opneemt om te voorkomen dat bij overlijden de helft van het voorwaardelijk vermogen via het huwelijksvermogensrecht aan de partner van de bezwaarde kan toekomen.

Extra interessant wordt het als de insteller – langer dan 10 jaar – in land Y woont, waar geen erfbelasting wordt geheven over erfrechtelijke verkrijgingen tussen ouders en (klein)kinderen. Via een tweetrapsmaking kan het vermogen dan twee keer onbelast vererven. Let er dan wel op dat een in Nederland woonachtige bezwaarde juist niet de mogelijkheid krijgt om zelf bij testament over het voorwaardelijk vermogen te beschikken! Ook is het in internationale situaties belangrijk vooraf na te gaan in hoeverre land Y de civielrechtelijke en fiscale gevolgen van de tweetrapsmaking erkent.

Fiscaal leidt de tweetrapsmaking zo tot de gewenste uitkomst, maar de insteller dient zich vooraf wel af te vragen in hoeverre deze regeling inbreuk maakt op de wens van het kind zijn eigen partner verzorgd achter te laten. Als tussenoplossing zou de insteller de bezwaarde de mogelijkheid kunnen geven het vruchtgebruik van (een deel van) het voorwaardelijk vermogen na te laten aan zijn partner.

De tweetrapsmaking als fiscaal vangnet

Ook in situaties waarin ouders de kinderen alle vrijheid willen geven om in de toekomst over hun erfenis te beschikken, kan de tweetrapsmaking tot een tariefsvoordeel leiden. Bijvoorbeeld als een kind van zijn ouder heeft geërfd en daarna zelf overlijdt zonder achterlating van een partner en kinderen. Zonder gemakshalve maar even rekening te houden met een langstlevende ouder vererft dit vermogen van het kind dan op grond van de wet naar de broers en zussen (tarief 30%-40%). Via een tweetrapsmaking kan het vermogen via de insteller overgaan op de andere kinderen (tarief 10%-20%).

Bij 2 kinderen met een erfdeel van € 2.000.000 zijn de uitkomsten als volgt.

Met TTMZonder TTM
Erfbelasting bezwaarde (over € 2.000.000)385.000385.000
Erfbelasting verwachter (over € 1.615.000)305.000635.000
Erfbelasting totaal690.0001.020.000

Om te bereiken dat de tweetrapsmaking alleen als vangnet dient voor de situatie dat de bezwaarde zelf niets ‘geregeld’ heeft, kan de insteller in zijn testament voorwaarden opnemen waarin de tweede trap vervalt. Denk aan situaties waarin de bezwaarde:

  • een echtgenoot/geregistreerd partner of kinderen achterlaat;
  • zelf via testament of gift over het voorwaardelijk vermogen heeft beschikt; of
  • een bepaalde leeftijd bereikt.

In deze situatie is het belangrijk dat het testament een flexibele uitsluitingsclausule kent. In dat geval kan het voorwaardelijk vermogen namelijk ook fiscaal vriendelijk via het huwelijksvermogensrecht aan de echtgenoot van de bezwaarde toekomen.

Denk goed na over de inrichting van de tweetrapsmaking

In deze blog zijn een aantal mogelijkheden aan de orde gekomen, maar uiteraard zijn er vele variaties denkbaar waarbij de tweetrapsmaking volledig op maat kan worden gemaakt. Ook als betrokkenen in het buitenland wonen. Voor een juiste inrichting van de tweetrapsmaking zijn er vooraf twee belangrijke vragen:

  1. aan wie moet het vermogen toekomen?
  2. wat is hiervoor de fiscaal optimale route?
Rogier Pak