We leven in economisch moeilijke tijden. De inflatie is hoog, velen kunnen hun energierekening niet meer betalen. Het kabinet trekt 17 miljard euro uit voor verbetering van de koopkracht. Dit komt met name terecht bij de lage inkomens, daar waar de zorgen ook groot zijn. Overigens zijn er wel vraagtekens te plaatsen bij de manier waarop. Immers weer worden de toeslagen sterk verhoogd, maar gaf dat juist in het verleden geen problemen?

Het kabinet geeft aan dat ook de middeninkomens worden geholpen door dit pakket. De vraag is of dit echt zo is. Immers de heffingskortingen starten weliswaar hoger, maar worden sneller afgebouwd dan voorheen. Met een eenvoudiger stelsel heeft dit allemaal niets te maken.

Zwaardere lasten voor de ondernemer

Ondanks de zware tijden die er ook voor de ondernemer aan lijken te komen, ziet het kabinet aanleiding de belastingdruk voor deze groep sterk te laten toenemen. Het credo is het dat het netto-inkomen van werkenden en ondernemers zoveel mogelijk gelijk moet worden getrokken. Of het dan financieel voldoende aantrekkelijk is om ondernemer te zijn, is de vraag.

Voor de zogenaamde IB-ondernemer wordt de zelfstandigenaftrek sneller afgebouwd dan oorspronkelijk de bedoeling was. In 2023 wordt deze aftrek € 5.030, terwijl dit in 2022 nog € 6.310 was. Het is de bedoeling dat de aftrek in 2027 nog € 900 bedraagt. Daarnaast mogen ondernemers vanaf 1 januari 2023 niet meer doteren aan de zogenaamde fiscale oudedagsreserve. Het gevolg is dat de belastingdruk voor deze groep behoorlijk zal stijgen.

Deze stijging valt echter geheel in het niet bij de maatregelen die voor de DGA, hij of zij die onderneemt via een BV, worden voorgesteld. Allereerst zal het tarief in de vennootschapsbelasting met ingang van 1 januari 2023 stijgen, hetgeen met name een effect heeft voor de ondernemer in het MKB. Immers, in 2022 is het zo dat de eerste € 395.000 aan winst per BV wordt belast tegen 15%. Vanaf 1 januari 2023 wordt het tarief als volgt:

  • de eerste € 200.000: 19%
  • daarboven: 25,8%.

Dit betekent een stijging van de effectieve belastingdruk met € 29.060 ten opzichte van 2022.

Daarnaast dient de DGA zijn salaris te verhogen. Tot op heden mocht worden uitgegaan van 75% van het gebruikelijke loon. Deze zogenaamde doelmatigheidsmarge komt te vervallen, zodat het effectieve salaris dient toe te nemen. Dit salaris zal over het algemeen belast zijn tegen 49,5%.

Schokkend is de voorgestelde verhoging van het box 2-tarief, dat van toepassing is bij onder andere dividenduitkeringen en verkoopwinst op aandelen. Dit tarief wordt vanaf 1 januari 2024 als volgt aangepast:

  • de eerste € 67.000: 24,5%
  • daarboven: 31%!

Het algemene tarief in box 2 stijgt derhalve met 4,1%. Het zogenaamde gecombineerde tarief in box 2 (vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting) komt dan uit op 48,8%, dit was 45,76% en een aantal jaren geleden nog 43,75%.

Ondernemen loont fiscaal niet meer. Het kabinet lijkt te vergeten dat ook ondernemers zorgen hebben: denk aan stijgende lonen en sterk stijgende energieprijzen, waarvoor nog geen regeling is getroffen.

Belastingheffing over vermogen neemt toe

Waar het gaat om de belastingheffing over vermogen springen de wijzigingen in box 3 uiteraard het meest in het oog. Het tarief zal stapsgewijs worden verhoogd naar 34% in 2025. Op dit moment is het tarief 31%. Volgend jaar zal dit 32% zijn.

Vanaf 1 januari 2025 wordt bij de afbouw van de algemene heffingskorting ook rekening gehouden met het inkomen in box 2 en 3, waardoor de belastingdruk kan toenemen, met name in gevallen dat er (bij de partner) weinig box 1-inkomen is.

Er komt vanaf 1 januari 2023 een tijdelijk regime voor box 3, waarin spaartegoeden tegen laag percentage zullen worden belast, terwijl andere bezittingen in box 3 tegen een hogere forfaitair percentage worden belast, terwijl de aftrek van schulden wordt beperkt. Daarnaast zullen verhuurde woningen, vanwege een aanpassingen van de zogenaamde leegwaarderatio, tegen een hogere waarde in de aangifte dienen te worden opgenomen. Al met al zal, ondanks de stijging van het heffingsvrije vermogen, de belastingdruk voor vermogenden (niet-spaarders) aanzienlijk toenemen. Dit tijdelijk systeem loopt tot 1 januari 2026. Dan zou de nieuwe vermogensaanwasbelasting moeten worden ingevoerd.

Of dit allemaal nog niet genoeg is, wordt ook de overdrachtsbelasting sterker verhoogd dan oorspronkelijk is aangekondigd. Het tarief stijgt van 8% naar 10,4%. Niet uitgesloten is dat de vastgoedmarkt hierdoor nog verder tot stilstand komt. Het lijkt het kabinet allemaal niet uit te maken.

Tenslotte komt per 1 januari 2024 de zogenaamde ‘jubelton’, de zogenaamde schenking voor de eigen woning, te vervallen. Wel blijft het mogelijk een eenmalig hoge schenking van ca € 25.000 te doen.

Conclusie

Het is uiteraard toe te juichen dat de regering maatregelen neemt om de financieel zwakkeren te ondersteunen, hoewel je wel kritisch kunt zijn over de vormgeving daarvan.

Dat echter een zo groot deel van de rekening bij de ondernemers en vermogenden wordt neergelegd, vind ik onbegrijpelijk. Bedrijven verdwijnen meer en meer uit Nederland. Laten we toch zorg dragen voor een goed vestigingsklimaat en de rekening niet steeds bij dezelfde groep mensen neerleggen.

De Haagse trein rijdt echter gewoon door. Immers wie komt in deze tijd op voor ondernemers en andere investeerders?

Werk aan de winkel om uw fiscale positie te optimaliseren en de schade te beperken, rekening houdend met de nieuwe belastingplannen!

Chris Dijkstra