Op 22 februari 2018 heeft het Europees Hof van Justitie een uitspraak gedaan over de Nederlandse fiscale eenheid. Deze uitspraak kan grote gevolgen hebben voor u als ondernemer met een fiscale eenheid. Dat kan zelfs betekenen dat u met terugwerkende kracht al in 2017(!) meer belasting moet betalen.
De Nederlandse fiscale eenheid in strijd met EU-recht
Al enige tijd is onzeker of de Nederlandse fiscale eenheid in overeenstemming is met het EU-recht. Het is namelijk alleen voor ondernemingen die in Nederland zijn gevestigd mogelijk om een fiscale eenheid te vormen. Ondernemingen gevestigd in andere EU-landen worden daarom mogelijk gediscrimineerd. Op 25 februari 2010 oordeelde het Europees Hof dat het verrekenen van winsten en verliezen binnen de fiscale eenheid de Europese vrijheid van vestiging belemmert, maar dat deze belemmering is toegestaan. Op 2 september 2015 bepaalde het Hof echter in het Groupe Steria arrest dat dit niet betekent dat andere fiscale groepsvoordelen ook zijn toegestaan. Sindsdien is het onzeker of de Nederlandse fiscale eenheid in overeenstemming is met het EU-recht.
Op 22 februari geeft het Europees Hof meer duidelijkheid. In haar uitspraak geeft het Hof antwoord op vragen van de Hoge Raad in een lopende procedure. In die zaak is sprake van een Zweeds concern, waar onder andere een Nederlandse BV en een Italiaanse vennootschap onderdeel van uitmaken. Het Zweedse moederbedrijf heeft een lening verstrekt aan de Nederlandse BV. De BV heeft het geleende geld gebruikt voor een kapitaalstorting in de Italiaanse vennootschap, waarmee vervolgens een deelneming in een andere Italiaanse vennootschap is aangekocht. De Nederlandse BV mag de betaalde rente op de lening volgens Nederlands recht niet aftrekken. Indien de Nederlandse BV met de Italiaanse vennootschap een fiscale eenheid had kunnen vormen, was de rente wel aftrekbaar geweest. De grensoverschrijdende situatie is dus minder voordelig dan de binnenlandse situatie. Het Hof is van oordeel dat dit een schending van de vrijheid van vestiging is, die niet kan worden gerechtvaardigd.
Een gedwongen keuze voor de regering
Op grond van de uitspraak van het Europees Hof moet Nederland een einde maken aan deze schending. Dit heeft de regering voor een keuze gesteld. Ofwel de omstreden voordelen van de fiscale eenheid moeten beschikbaar worden voor buitenlandse (Europese Unie) vennootschappen, ofwel de voordelen moeten worden weggenomen bij de fiscale eenheid. De eerste mogelijkheid zou de staat veel geld kosten. Daarom heeft de staatssecretaris van Financiën ervoor gekozen om de voordelige situatie voor de fiscale eenheid te beëindigen. Hiertoe wordt een spoedwet voorbereid, die met terugwerkende kracht vanaf 25 oktober 2017 in zal gaan.
Gevolgen voor de fiscale eenheid
De staatssecretaris heeft laten weten dat verschillende regels tegen belastingontwijking zullen worden aangepast. Dat betekent dat deze strengere regels ook van toepassing zullen worden voor de fiscale eenheid, door situaties te behandelen alsof er geen fiscale eenheid is. De gevolgen voor het MKB kunnen groot zijn. Hieronder gaan wij in op enkele van deze gevolgen:
- De rente op leningen die tussen verschillende vennootschappen binnen de fiscale eenheid worden aangegaan, zal mogelijk niet meer aftrekbaar zijn. Dit kan betekenen dat de belastbare winst hoger uitvalt. Het gaat om leningen die betrekking hebben op overnames, winstuitkeringen en kapitaalstortingen.
- Over de inkomsten uit beleggingsvennootschappen binnen de fiscale eenheid moet mogelijk meer belasting worden betaald.
- De mogelijkheid tot verrekening van verliezen wordt mogelijk beperkt, indien het uiteindelijke belang in belangrijke mate verandert.
Zoals al aangegeven zal de wet met terugwerkende kracht worden ingevoerd. De regering wil op die manier zoveel mogelijk de kosten beperken die het gevolg zijn van de Europese uitspraak. Dat betekent dat het extra belangrijk is om te weten wat de aanpassingen voor u en uw onderneming betekenen.
Inmiddels heeft de staatssecretaris een overgangsmaatregel aangekondigd, die de gevolgen voor het MKB moet verlichten. Als de rente op leningen binnen de fiscale eenheid lager ligt dan € 100.000, zal de aftrekbeperking onder voorwaarden niet van toepassing zijn tot en met 31 december 2018.
Vervolg?
Op het moment dat meer bekend wordt over de invulling van de spoedwet, laten wij het u uiteraard weten. De staatssecretaris heeft aangegeven dat het wetsvoorstel in het tweede kwartaal aan de Tweede Kamer zal worden voorgelegd. Het is bovendien waarschijnlijk dat in de toekomst een nieuwe fiscale concernregeling zal worden ingevoerd, die duidelijk verschilt van de huidige fiscale eenheid. Ook als daar meer over bekend wordt, houden wij u op de hoogte.