Een belangrijke reden om aandelen in een vennootschap te verwerven is de return on investment. Die kan worden gerealiseerd door een verkoop van de aandelen, maar ook door het ontvangen van dividenduitkeringen. In de praktijk komt het nogal eens voor dat een meerderheidsaandeelhouder besluit om de winst niet uit te keren, maar te reserveren. Dat kan ervoor zorgen dat de minderheidsaandeelhouder feitelijk niets terugziet van zijn investering. Dat geldt zeker als het voor de minderheidsaandeelhouder ook niet mogelijk (of niet wenselijk) is om het aandelenpakket te verkopen. In deze blog bespreek ik hoe een minderheidsaandeelhouder in een dergelijke situatie toch een dividenduitkering kan afdwingen.

Uitgangspunt: algemene vergadering bevoegd tot vaststellen dividenduitkering

Het uitgangspunt is dat de algemene vergadering van aandeelhouders bevoegd is om de winstbestemming vast te stellen. Nadere spelregels over de winstbestemming zijn vastgelegd in de wet en de statuten van een vennootschap. Als er geen afwijkende afspraken zijn gemaakt, heeft de meerderheidsaandeelhouder in de algemene vergadering van aandeelhouders een doorslaggevende stem. Daarmee zou hij theoretisch de mogelijkheid hebben om de wens van de minderheidsaandeelhouder in de wind te slaan en steeds de besluitvorming zo te beïnvloeden dat alle winst wordt gereserveerd en geen dividenduitkering plaatsvindt.

Kan een minderheidsaandeelhouder toch een dividenduitkering afdwingen?

Dat de meerderheidsaandeelhouder in principe met de scepter zwaait, betekent niet dat hij geen rekening hoeft te houden met de belangen van anderen. Het rechtspersonenrecht kent een belangrijke basisregel die zegt dat aandeelhouders en andere betrokkenen bij een rechtspersoon zich onderling fatsoenlijk moeten opstellen (of in juridische termen: zich moeten gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd). Die regel kan er zelfs toe leiden dat onredelijke besluitvorming ongeldig is.

Ten aanzien van de winstbestemming is in de rechtspraak uitgemaakt dat de hoofdregel is dat de winst aan aandeelhouders moet worden uitgekeerd. Hiervan kan worden afgeweken als daar vanuit het belang van de vennootschap goede redenen voor zijn. Concreet speelt daarbij de financiële en bedrijfseconomische situatie van de vennootschap een belangrijke rol: welke investeringen zijn bijvoorbeeld noodzakelijk?

Voor de meerderheidsaandeelhouder is het van belang om te realiseren dat hij bij de winstbestemming rekening moet houden met de belangen van de minderheidsaandeelhouder. Er moet een belangenafweging worden gemaakt tussen de verschillende betrokken belangen. Het is belangrijk om het dividendbeleid duidelijk en gemotiveerd vast te leggen. Zeker als hier onenigheid over bestaat met andere aandeelhouders.

Voor de minderheidsaandeelhouder is belangrijk om te realiseren dat hij zich niet zonder meer hoeft neer te leggen bij een meerderheidsaandeelhouder die de winst wil reserveren. Als onderling overleg geen soelaas biedt, is het soms mogelijk via de rechter uitkering van dividend te bewerkstelligen. Rechters beoordelen dergelijke vorderingen terughoudend, maar durven bij excessen wel degelijk in te grijpen. Uit rechtspraak blijk dat stelselmatig alle winst voor onbepaalde tijd reserveren in beginsel geen redelijk dividendbeleid is.

Discussie voorkomen: dividendbeleid in aandeelhoudersovereenkomst

Tot slot wijs ik er op dat ook op dit punt geldt dat voorkomen beter is dan genezen. Iemand die een minderheidsbelang verwerft, doet er goed aan om vooraf in een aandeelhoudersovereenkomst afspraken te maken over het dividendbeleid van de vennootschap. Een aandeelhoudersovereenkomst is een overeenkomst waarin afspraken tussen aandeelhouders zijn vastgelegd in aanvulling op (of afwijking van) de statuten van de vennootschap. Het vastleggen van afspraken in een aandeelhoudersovereenkomst heeft ten opzichte van de statuten twee belangrijke voordelen. In de eerste plaats is dat de vertrouwelijkheid. Statuten zijn voor iedereen te raadplegen via de Kamer van Koophandel, dat geldt niet voor de aandeelhoudersovereenkomst. Een tweede voordeel is dat de afspraken uit een aandeelhoudersovereenkomst makkelijker aan te passen zijn. Tussenkomst van een notaris is niet nodig, terwijl dat bij statuten wel het geval is. Juist als het gaat om het vastleggen van dividendbeleid is deze vertrouwelijkheid en flexibiliteit belangrijk. De aandeelhoudersovereenkomst is dus de juiste plek om vooraf een vervelende discussie over de winstbestemming te voorkomen.

Auke Dijkstra