Wat is bestuurdersaansprakelijkheid bij faillissement?
Bij een faillissement van een bv of nv kan een curator de betrokken bestuurders hoofdelijk aansprakelijk stellen voor het tekort in het faillissement (artikel 2:138 / 2:248 BW).
Uitleg over aansprakelijkheid bestuurder bij faillissement
Voorwaarden aansprakelijkheid bestuurder faillissement
De lat voor aansprakelijkheid van een bestuurder ligt hoog. Een bestuurder is pas aansprakelijkheid tegenover de boedel als voldaan is aan twee voorwaarden:
- de bestuurder moet zijn taak kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld; en
- dit een belangrijke oorzaak is geweest van het faillissement.
De curator staat voor de niet eenvoudige taak om te bewijzen dat aan beide voorwaarden is voldaan. Maar wanneer de bv of nv haar administratie niet op orde heeft of de jaarrekening niet tijdig heeft gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel, dan ligt dat anders. Het is dan aan de bestuurder om te bewijzen dat het faillissement niet te wijten is aan een onbehoorlijke taakvervulling.
Wat is kennelijk onbehoorlijk bestuur?
Wanneer kun je spreken van een kennelijk onbehoorlijke taakvervulling? Volgens de Hoge Raad is daarvan sprake “als geen redelijk denkend bestuurder –onder dezelfde omstandigheden– aldus gehandeld zou hebben.” – HR 8 juni 2001, NJ 2001/454 (Panmo).
Het gaat dus niet om de onvermijdbare ondernemersrisico’s, maar om onverantwoordelijk gedrag van de bestuurder. Voorbeelden van een kennelijk onbehoorlijke taakvervulling zijn:
- het nemen van onnodige of onverantwoorde financiële risico’s;
- het uitlenen van gelden zonder dat daar zekerheden tegenover staan;
- het niet of niet tijdig innen van vorderingen;
- dividenduitkeringen die gelet op de financiële situatie onverantwoord zijn;
- onttrekken van activa aan de bv of nv;
- nalaten van onderzoek naar de kredietwaardigheid van belangrijke contractspartners.
Een belangrijke oorzaak van het faillissement
Aansprakelijkheid is alleen aan de orde als de kennelijk onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Dat hoeft lang niet altijd het geval te zijn. Zo kan het faillissement ook veroorzaakt worden door de marktomstandigheden, het wegvallen van een belangrijke opdrachtgever of een verzekeraar die weigert om een brandschade uit te keren.
Bewijs en bewijsvermoedens bij bestuurdersaansprakelijkheid
Het is aan de curator om te bewijzen dat de bestuurder zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld én dat dit een belangrijke oorzaak is van het daarop volgende faillissement.
Maar let op, als de bestuurder niet heeft voldaan aan zijn administratie- of publicatieplicht ligt dat anders. Dan staat vast dat de bestuurder zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en wordt vermoed dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement (artikel 2:138 lid 2 / 2:248 lid 2 BW). De bal komt daardoor ineens bij de bestuurder te liggen. Hij staat voor de lastige opgave te bewijzen dat het faillissement niet te wijten is aan een onbehoorlijke taakvervulling.
Het is voor de bestuurder dus van groot belang dat door de bv of nv een deugdelijke administratie wordt gevoerd waaruit blijkt van haar rechten en verplichtingen (artikel 2:10 BW). Datzelfde geldt voor het tijdig deponeren van de jaarrekening bij de Kamer van Koophandel (artikel 2:394 BW).
Collectieve verantwoordelijkheid en disculpatie
Is sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur, dan kan elke bestuurder voor het gehele tekort aansprakelijk worden gesteld. Daarbij maakt het in principe niet uit of je als bestuurder daadwerkelijk betrokken bent geweest bij het onbehoorlijk bestuur zelf. Ook het ontbreken van deskundigheid op een bepaald terrein, bijvoorbeeld financiën, biedt een bestuurder geen excuus.
Een bestuurder kan zich alleen disculperen door te bewijzen dat de onbehoorlijke taakvervulling niet aan hem te wijten is en dat hij niet nalatig is geweest bij het treffen van maatregelen. De bestuurder moet met andere woorden kunnen aantonen dat hij er alles aan heeft gedaan om de onbehoorlijke taakvervulling te voorkomen.
Ook feitelijk bestuurders kunnen aansprakelijk zijn
Niet alleen statutair bestuurders kunnen aansprakelijk zijn, dat geldt ook (rechts)personen die feitelijk de rol van bestuurder hebben vervuld. De wet spreekt van feitelijk beleidsbepalers. Van belang is of zij beslissende invloed hebben gehad om het beleid van de onderneming. Zo kan een aandeelhouder die actief leiding geeft aan de onderneming zich er niet achter verschuilen dat hij geen statutair bestuurder is.
Tips om aansprakelijkheid bestuurder faillissement te voorkomen
Welke concrete maatregelen moet een bestuurder nemen om aansprakelijkheid in een faillissementssituatie te voorkomen. Hieronder een aantal tips:
- zorg ervoor dat de bv of nv beschikt over een administratie die voldoet aan de eisen die daaraan gesteld worden;
- zorg ervoor dat de bv of nv voldoet aan haar publicatieplicht door de jaarrekening tijdig te deponeren bij de Kamer van Koophandel;
- voorkom onnodige of onverantwoorde financiële risico’s;
- laat je goed informeren door je medebestuurders, zodat je op de hoogte bent van alles wat er speelt binnen het bestuur;
- sluit een passende aansprakelijkheidsverzekering af, zodat er voldoende budget is om verweer te voeren tegen een aansprakelijkstelling door de curator.