Een bedrijfsopvolging kan op verschillende manieren worden gerealiseerd. Een van de mogelijkheden is een structuur met (cumulatief) preferente aandelen. Het voordeel voor de bedrijfsopvolger is dat hij geen financiering nodig heeft voor de overname, terwijl de waardegroei van de onderneming direct volledig aan hem toekomt. Voor toepassing van het aanmerkelijk belangregime en de bedrijfsopvolgingsregelingOp grond van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet geldt... (BOR) gelden echter strikte voorwaarden.
Wat zijn preferente aandelen?
Preferente aandelen geven recht op een vaste vergoeding in de vorm van dividend. De houder van preferente aandelen is daarmee ‘verzekerd’ van een jaarlijks inkomen, mits de onderneming uiteraard winstgevend is. Cumulatief preferent betekent dat indien in enig jaar geen of te weinig dividend uitgekeerd kan worden, het tekort in de jaren daarna moet worden ingehaald.
Aan welke voorwaarden moeten preferente aandelen voldoen?
Alleen onder strikte voorwaarden wordt een omzetting van gewone aandelen in preferente aandelen niet als een vervreemding aangemerkt (aanmerkelijk belangheffing). Belangrijke voorwaarden zijn:
- bestaande winstreserves, agioreserves, stille reserves en goodwill worden volledig toegerekend aan de preferente aandelen;
- de preferente aandelen geven recht op een zakelijke vergoeding (cumulatief primair dividend);
- de vennootschap waarop de aandelen betrekking hebben, drijft een materiële onderneming.
Wanneer kwalificeren preferente aandelen voor toepassing van de BOR?
De verkrijging van preferente aandelen kwalificeert in principe niet voor de BOR. Een uitzondering geldt voor preferente aandelen die zijn ontstaan bij een gefaseerde bedrijfsopvolging:
- de preferente aandelen zijn ontstaan bij een omzetting van eerder door de erflater of schenker (indirect) gehouden gewone aandelen;
- ten tijde van de omzetting zijn nieuwe gewone aandelen uitgereikt aan een ander;
- ten tijde van de omzetting drijft de vennootschap een materiële onderneming;
- de verkrijger van de preferente aandelen bezit ten minste 5% van de gewone aandelen.
Het is niet noodzakelijk dat de bedrijfsopvolger direct bij het ontstaan van de preferente aandelen de gewone aandelen uitgereikt krijgt. Voldoende is dat de verkrijger op het moment van de vererving of de schenking ten minste 5% van de gewone aandelen houdt.