Indien echtgenoten in gemeenschap van goederen zijn gehuwd zijn er bij overlijden verschillende manieren om de nalatenschap af te wikkelen. Eén hiervan is de zogenoemde turboverdeling.
Wat is een turboverdeling?
Een turboverdeling is een combinatie van de verdeling van een (beperkte) gemeenschap van goederen en een vruchtgebruiktestament. Hierbij worden alle bezittingen en schulden van de huwelijksgemeenschap toegedeeld aan de nalatenschap van de overleden echtgenoot. In ruil hiervoor krijgt de langstlevende een onderbedelingsvordering op de nalatenschap ter grootte van zijn aandeel in de huwelijksgemeenschap (de helft).
Vervolgens wordt op grond van het testament een vruchtgebruik gevestigd ten behoeve van de langstlevende op de (gehele) nalatenschap. De kinderen erven de blote eigendom.
Voordelen van een turboverdeling
Bij een vruchtgebruiktestament wordt de turboverdeling vaak gebruikt vanwege het praktische nut: de langstlevende verkrijgt dan namelijk het volledige vermogen in vruchtgebruik. Zonder de turboverdeling zou de langstlevende het vermogen voor de ene helft in volle eigendom bezitten en voor de andere helft in vruchtgebruik. Dit wordt vaak als onoverzichtelijk ervaren.
Daarnaast kan een turboverdeling op termijn ook een besparing van erfbelastingOp grond van de Successiewet is erfbelasting verschuldigd over alles... met zich meebrengen. Via de turboverdeling wordt de waarde van het vermogen van de langstlevende ‘gefixeerd’ in de vorm van een (rentedragende) vordering. Bij diens overlijden vervalt het vruchtgebruik en komt een waardestijging van het onderliggende vermogen (onbelast) aan de kinderen toe.
Fiscale gevolgen van een turboverdeling
Een turboverdeling valt niet onder het toepassingsbereik van artikel 10 Successiewet. Ter voorkoming van schenkbelastingOp grond van de Successiewet is schenkbelasting verschuldigd over alles... is het noodzakelijk dat de vordering van de langstlevende niet-direct opeisbaar is en een zakelijke rente draagt.
De onderbedelingsvordering van de langstlevende en corresponderende schuld van de kinderen zijn voor de inkomstenbelasting niet gedefiscaliseerd, maar behoren tot de rendementsgrondslag van box 3. Op grond van de wettekst geldt de defiscaliseringsregeling wél voor het vruchtgebruik van de langstlevende, omdat dit krachtens erfrecht is ontstaan. Dit leidt in de praktijk tot onduidelijkheden, bijvoorbeeld bij de eigenwoningregeling.