Indien de ene echtgenoot een goed voor zichzelf aanschaft of een schuld aflost met privévermogen van de andere echtgenoot is sprake van een vergoedingsrecht. Vergoedingsrechten kunnen zowel bij echtgenoten met huwelijkse voorwaarden als bij een algehele gemeenschap van goederen[1] aan de orde zijn. De omvang van het vergoedingsrecht is afhankelijk van de nominaliteitsleer of de beleggingsleer.

Het verschil tussen de nominaliteitsleer en de beleggingsleer

Op investeringen die vanaf 1 januari 2012 zijn gedaan met vermogen van de andere echtgenoot is op grond van artikel 1:87 van het Burgerlijk Wetboek in beginsel de beleggingsleer van toepassing. Dit betekent dat de omvang van het vergoedingsrecht afhankelijk is van de waardeontwikkeling van het onderliggende goed. Echtgenoten kunnen via een overeenkomst afwijken van de beleggingsleer.

De omvang van vergoedingsrechten van vóór 1 januari 2012 wordt berekend aan de hand van de nominaliteitsleer. Dit betekent dat een echtgenoot recht houdt op teruggave van het nominale (destijds geïnvesteerde) bedrag, ongeacht de tussentijdse waardeontwikkelingen.

Voorbeeld

Echtgenoten kopen in 2018 samen een woning van € 300.000. De vrouw betaalt € 100.000 uit een erfenis (met uitsluitingsclausule), ofwel 1/3e deel. Het restant wordt met een gezamenlijke hypotheek gefinancierd. Als de echtgenoten scheiden, is de woning € 450.000 waard en is er niet afgelost.

Op basis van de beleggingsleer heeft de vrouw recht op een vergoeding van 1/3e van de eindwaarde: € 150.000. Het restant van € 100.000 (€ 450.000 – € 150.000 – € 200.000) wordt bij helfte gedeeld. Op basis van de nominaliteitsleer houdt de vrouw recht op € 100.000 en wordt het restant van € 150.000 50-50 gedeeld.

Vergoedingsrechten schriftelijk vastleggen

Om aanspraken op vergoedingsrechten in stand te houden, is het belangrijk dat echtgenoten de omvang van (relevante) onderlinge vermogensverschuivingen schriftelijk vastleggen en afspreken of sprake is van een nominale vergoeding of toepassing van de beleggingsleer.

Fiscale gevolgen vergoedingsrechten

De wet bepaalt dat vergoedingsrechten op basis van beleggingsleer niet leiden tot een fiscaal relevant belang bij het onderliggende goed (bijvoorbeeld een aanmerkelijk belang). Dit kan anders zijn indien de echtgenoten via een overeenkomst afwijken van de beleggingsleer.